Nuwara Eliya

Gelegen in een dal op 1.884 meter hoogte, te midden van de vele thee plantanges, ligt Nuwara Eliya (“Lichtstad”). Nuwara Eliya (26.000 inw.) wordt ook wel “Klein Engeland” genoemd en dat is niet zo heel gek. De stad is gesticht door de Britten in de 19e eeuw. De typische Britse koloniale bouwstijl kun je nog goed zien, met het Grand Hotel als het beste voorbeeld. Nuwara Eliya heeft, in verhouding met de rest van Sri Lanka, een koel klimaat. Overdag is het gemiddeld 20°C en ’s nachts gemiddeld 10°C, maar het kwik kan soms dalen tot aan het vriespunt. De bekendste bezienswaardigheid van Nuwara Eliya is de Horton Plains National Park met World’s End. Dit unieke reservaat ligt op een plateau op 2.100m. hoogte. Daarnaast heeft Nuwara Eliya de hoogst gelegen botanische tuin ter wereld, de Hakgala Botanical Gardens.

Via een betoverende trein reis dwars door theeplantages en langs watervallen bereikt u het hoog gelegen Nuwara Eliya met zijn Engelse invloeden.
In de vroege morgen vertrekken we per trein naar Nuwara Eliya. Dit kleine stadje wordt ook wel Little England genoemd, naar een Engelse ontdekkingsreiziger die het plaatsje tijden geleden heeft ontdekt en vond dat het vele kenmerken had van zijn eigen land. Van de treintocht die vandaag op het programma staat wordt ook wel gezegd dat het de mooiste treintocht door Sri Lanka is. De rit voert ons dwars door de bergen en langs de watervallen en theeplantages.

Tijdens deze 4 uur durende rit is het volop genieten van het prachtige uitzicht. Ook is het leuk om gedurende de treinreis in contact te komen met de locale bevolking. Op de stationnetjes waar we af en toe stoppen is het een levendige drukte van belang en kun je wellicht nog even gauw een `Annanassi` meepakken!
In het plantagegebied kun je een theefabriek bezoeken en natuurlijk echte Ceylonthee kopen. Langzaam draait de trein omhoog door enorme theevelden naar Nanuoya, een station een aantal kilometer voor Nuwara Eliya.

Neem een warme trui mee want het kan hier af en toe behoorlijk koud zijn.
Bij aankomst wordt duidelijk waarom Nuwara Eliya ook wel 'little England' wordt genoemd; de gebouwen in het centrum zorgen voor een typisch Engelse sfeer, waarvan het rood geschilderde postkantoor het beste voorbeeld is. Het ligt op ruim 2000 meter en dat is te merken: het is er 's avonds, ook in de zomer, fris. Vergeet niet om een jas mee te nemen. Ook het bezoeken van een theeplantage staat op het programma. Als het weer het toelaat, is een facultatieve excursie mogelijk naar Adam’s Peak. Ook kun je in de buurt ponyrijden of een pittige wandeling maken over de Horton Plains. Dit laatste is een uitdaging. Je loopt eerst een tijd over een soort heide, dan door een bos en vervolgens naar een afgrond van ongeveer 700 meter. Deze hoogvlakte eindigt abrupt bij World’s End, waar je langs een steile rotswand loodrecht naar beneden kijkt. Vandaar af heb je een fantastisch uitzicht over het laagland van Sri Lanka.

Het centrum van het theegebied wordt ook wel ‘Klein Engeland’ genoemd, want Nuwara Eliya was voor de koloniale Britten ‘the place to be’. Door haar ligging op 1850 meter biedt het een heerlijk zacht klimaat, het is er rustig en koel, iets wat de Britten zeer aantrok. Zij bouwden hier mooie koloniale huizen naar Engelse traditie. Bekijk eens het Grand Hotel, ooit de residentie van de Britse gouverneur. In de directe omgeving vindt u uiteraard vele theeplantages met de mooie groene theeplateaus. Een bezoek aan één van deze plantages is een ‘must’. In de theefabriek laten ze zien hoe de blaadjes worden verwerkt en er uiteindelijk de meest beroemde thee ter wereld van wordt gemaakt.
Een heerlijke stad om door heen te wandelen en de nog voelbare Engelse sfeer uit de koloniale tijd te proeven.
In het bergdorp Nuwara Eliya waar de theeplantages zich bevinden, vind je als toerist vooral het Engelse landschap terug. Hele mansions zijn daar opgetrokken en wie een bezoekje mag brengen aan een van hen, denkt even zich in Engeland te bevinden. De tuinen, het parklandschap en zelfs de golfterreinen ontbreken niet.
De bevolking bestaat uit Singalezen, Tamils, Moren, Vedda’s, Maleiers, Engelsen, Burghers en zigeuners. Ieder van hen heeft zijn eigen plek om zijn geloof uit te oefenen en hoewel veel van deze rassen samenwonen, kent het land ook gebieden waar concentraties van bepaalde mensen wonen. In het theegebied bijvoorbeeld wonen vooral Tamils. Zij zijn van oudsher theeplukkers en oefenen dit zware beroep nog steeds uit. De medewerkers van deze theefabrieken wonen in aparte dorpen waar alle faciliteiten zijn die zij nodig hebben. Op het terrein staan niet alleen huizen, maar ook scholen, Hindoeïstische tempels en alle andere zaken die zij nodig vinden. De theefabrieken zorgen daarvoor.

Bezienswaardigheden

Horton Plains National Park

Locatie: 29km vanaf centrum – 35 minuten rijden

De Horton Plains National Park is een natuurreservaat gelegen op een plateau 2.100m hoogte en staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De uitgestrekte graslanden wisselen af met mooie nevelwouden. Er leven 24 verschillende zoogdieren (waaronder paardherten, makaken, roestkatten en luipaarden), 9 soorten reptielen en 87 vogel soorten. Er zijn vier vogelsoorten die enkel op de Horton Plains National Park voorkomen: de blauwe kitta, de ceylonvliegenvanger, de ceylonese brilvanger en de Sri Lanka houtduif. De beste tijd om het park te zoeken is in de ochtend, in de middag kan er mist opkomen.

Horton Plains Nationaal Park is ongetwijfeld één van de mooiste natuurparken van de wereld. Het wordt gekenmerkt door een mooi landschap van glooiende heuvels. In het algemeen liggen de bossen op heuveltoppen of hellingen en het grasland in de valleien en dalen. Het park is ongeveer 10.000 hectare groot en er is een grote verscheidenheid aan planten (57 soorten waarvan 29 inheems). Er zijn ook zoogdieren zoals herten, reuzeneekhoorns, everzwijnen, wilde hazen, stekelvarkens en luipaarden. Voor vogelliefhebbers, er komen 87 verschillende vogels voor (waarvan 14 inheems) met inbegrip van veel trekvogels. In Horton Plains bevinden zich vele interessante bezienswaardigheden zoals ‘Baker Falls, Chimini Pool en het beroemde World's End (voor een spectaculaire wandeling steil omlaag en niet  voor niets het einde van de wereld genoemd).

De Horton Plains liggen op ruim 2.000 meter hoogte. Horton Plains is een plateau met veel open ruimte en bossen. Overal op dit plateau stromen beken.
Op onze tocht van ongeveer tien kilometer passeren we little World's End, great World's End en een mooie waterval.
In het gebied zitten een vijftiental luipaarden, maar die zijn moeilijk waarneembaar. Vroeger liepen hier kuddes olifanten rond, maar die zijn in plezierjachten door de Engelsen compleet uitgemoord.
World's End is een immense afgrond van ruim een kilometer diep. Het gebied staat erom bekend dat het dal halverwege de ochtend dichttrekt. Wanneer we World's End bereiken kunnen we nog net vijf minuten genieten van een schitterend vergezicht. Direct daarna trekt het dal in een hoog tempo dicht.
Door de grasvelden lopen we naar de waterval.

World’s End

Locatie: Horton Plains National Park

In het zuiden van de Horton Plains National Park ligt World’s End. Hier eindigt het plateau in een diepe afgrond van 870m, dit geeft een fantastisch uitzicht. Vlakbij World’s End, op ca. 800m., ligt Mini World’s End, de afgrond is hier “slechts” 270m. diep. Het mooiste uitzicht (de minste kans op mist) heb je in de periode van oktober tot maart voor 10:00u.

Baker’s Falls

Locatie: Horton Plains National Park

De Baker’s Falls waterval, één van de mooiste watervallen van Sri Lanka, is gelegen in de Horton Plains National Park op de weg richting World’s End. De 22m. hoge waterval is heel breed, het water valt met enorme kracht naar beneden. Rondom de waterval groeien veel rododendrons en varens.

Hakgala Botanical Garden

Locatie: 10km vanaf centrum – 10 minuten rijden

De Hakgala Botanical Garden is één van de drie botanische tuinen in Sri Lanka. Deze botanische tuin ligt in het verlengde van de Hakgala Strict Natural Reserve. De botanische tuin huist meer dan 10.000 verschillende planten soorten en staat bekend om de verschillende orchideeën, rozen en varens. Ook staan hier meer dan 100 jaar oude Japanse cederbomen, Engelse eikenbomen en Himalaya dennenbomen.

Vitoria Park

Locatie: 2,5km vanaf centrum – 4 minuten rijden

Het Victoria Park (ook wel Queen Victoria Park genoemd) is een 11 hectare groot park in Nuwara Eliya. Het park kent veel verschillende soorten planten en bloemen en staat bekend als goede vogelspot plaats. De maand april is de beste tijd om het park te bezoeken, dan staan de meeste bloemen in bloei.

Het Victoria Park van Nuwara Eliya zou zijn genoemd naar aanleiding van rate de 60ste Jubilee kroning van koningin Victoria in het jaar 1897. Het park werd oorspronkelijk gebruikt als gebied van onderzoek van Haggala botanische tuin die is gelegen ongeveer 4 km afstand van het stadscentrum. Het is bekend dat dit park werd opgericht door het planten van een eiken boom door Duitse prinsen die Nuwara Eliya op het laatste deel van de 19e eeuw bezochten.
Het park is 27 hectare in omvang en ongeveer 90% van de beschikbare boomsoorten zijn buitenlandse planten. De Nanu Oya die door het park en een aantal meren binnen stroomt verbetert haar schoonheid. Een groot aantal zeldzame vogelsoorten kan worden gespot in het park. Het park is een grote toeristische attractie in Nuwara Eliya. Het wordt geschat dat meer dan 100.000 lokale bezoekers en ongeveer 4000 à 5000 buitenlandse toeristen het Victoria Park elk jaar bezoeken.
Het Victoria
Park is aantrekkelijk en een goed gebruikte oase. Het is populair bij de vogelliefhebbers omdat het stiller is en goede
kansen biedt om de Indische blauwe Robin te zien, Pled Thrush of schilferige Thrush loert in het dichtere kreupelhout. Kashmir vliegenvangers is een andere aantrekkelijke vogelsoort die voorkomt in het park.


Indische blauwe Robin

Kashmir vliegenvanger

Galway’s Land Bird Sanctuary

Locatie: 2km vanaf centrum – 4 minuten rijden | Categorie: Natuur

De Galway’s Land Bird Sanctuary (ook wel Galway Forest Reserve genoemd) is een klein reservaat midden in Nuwara Eliya. Desondanks is het, samen met Victoria Park, de ideale vogelspot plaats. Er leven 30 inheemse vogelsoorten en er komen jaarlijks 20 zeldzame migrerende vogels, waaronder de kasjmirvliegenvanger, de oranje nachtegaal en de goudlijster.


oranje nachtegaal

goudlijster

Seetha Amman tempel

Locatie: 9km vanaf centrum – 10 minuten rijden

De Seetha Amman tempel ligt in het dorpje Seetha Eliya, 1km. van de Hakgaala Botanical Garden. De legende vertelt dat op deze plek Sita, de vrouw van Lord Rama, zou zijn gevangen gehouden door de demonen koning Ravana. De Seetha Amman tempel is daarom, als enige Hindoe tempel ter wereld, opgedragen aan Sita.

 

Lovers Leap Falls

Locatie: 2km vanaf centrum – 3 minuten rijden en 10 minuten lopen

De 30m hoge Lovers Leap waterval ligt dichtbij het centrum van Nuwara Eliya. De laatste 500m kun je alleen lopend komen. De waterval heeft haar naam te danken aan een legende van een verboden liefde tussen een prins en een meisje. Omdat ze niet bij elkaar mochten zijn, sprongen ze van de waterval af.

Devon Falls

Locatie: 31km vanaf centrum – 35 minuten rijden

De Devon Falls is één van de mooiste watervallen van Sri Lanka. De 97m hoge waterval ligt op de weg richting Hatton en Kitulgala en is vernoemd naar een Britse pionier die een koffie plantage nabij de waterval had. De waterval ligt op een hoogte van 1.140m en is de 19 hoogste waterval van Sri Lanka.

Shanthipura

Locatie: 6km vanaf centrum – 10 minuten rijden | Categorie: Natuur

Shanthipura is het hoogst gelegen dorp in Sri Lanka en ligt tussen Nuwara Eliya en Piduruthalagala (de hoogste berg van Sri Lanka). Vanaf deze plaats heb je een prachtig panoramisch uitzicht over Nuwara Eliya en Gregory Lake. Ook kun je Adam’s Peak (zie: Kitulgala) vanaf hier zien liggen.

Kitulgala

Kitulgala is een klein dorpje aan de Kelani rivier en ligt midden in het tropisch regenwoud. Je kunt er uitstekend vogels spotten, je zult dezelfde vogels zien als in het Sinharaja Forest reserve bij Galle. Kitulgala staat vooral bekend vanwege de film “Bridge on the River Kwai”. De film speelt zich af in Kanchanaburi (Thailand), maar is voor het grootste gedeelte gefilmd op de Kelani rivier. Kitulgala heeft twee moessons per jaar, waardoor het één van de natste plaatsen is in Sri Lanka. Van januari tot maart is het droog seizoen. De vele neerslag zorgt voor de belangrijkste activiteit in Kitulgala, wild water rafting.

Adam’s Peak

Adam's Peak (Sinhala Sri Pada, Tamil Sivanolipatha Malai, Arabisch Al-Rohun) is een 2243 meter hoge berg op Sri Lanka. Voor zowel het boeddhisme, het christendom, het hindoeïsme en de islam geldt de berg als heilig.
Pelgrims lopen de berg op, over een van de routes naar boven, die alle bestaan uit duizenden traptreden; de kortste route bestaat uit 6442 treden. De tocht omhoog duurt enkele uren. Langs het pad dat verlicht is met lantaarns wordt drank en fruit verkocht en kan gerust worden. Iedere Sri Lankaan wordt geacht deze tocht minstens eenmaal in zijn leven te maken.

De meeste pelgrims maken deze tocht in april en de bedoeling is om op de top te zijn bij zonsopgang, wanneer de uitgesproken vorm van de berg een driehoekige schaduw op de omgeving achterlaat. Deze schaduw verplaatst zich snel met het opgaan van de zon.
Op de top van de berg is een afdruk van een bijna twee meter grote voetafdruk. Door de lokale moslims en christenen wordt deze gezien als een voetafdruk van Adam, die op Sri Lanka werd geplaatst toen Adam op aarde terechtkwam nadat hij verstoten was uit de Tuin van Eden. Boeddhisten wijden de voetafdruk aan Boeddha en hindoes aan de hindoe-god Shiva. Christenen wijden de voetafdruk soms ook aan de heilige Thomas. De boeddhistische legende vertelt ook over een andere voetstap die op 150 kilometer afstand staat, in India.

Belilena grotten

Locatie: 8km vanaf centrum – 10 minuten rijden

In de prehistorische Belilena grotten zijn 16.000 jaar oude resten gevonden van de Balangoda mens. Je kunt alleen te voet bij de grotten komen, via een steil pad klim je omhoog. Boven aangekomen liggen de grotten in een richel, waarbij je uit kunt kijken over het regenwoud.

Belilena grot, ligt op ongeveer 8 kilometer van Kitulgala, hoog in het landgoed Inoya, het is één van de grotere prehistorische grotten op het eiland, waar de 12.000-jaar-oude skeletachtige overblijfselen van 'Balangoda Man' (Homo Sapiens Balangodensis) werden gevonden. De prehistorische nederzettingen van het gebied dateren uit een zeer vroege periode, zoals door de recente grot opgravingen, alsmede die op andere sites worden uitgevoerd. De vroegste nederzetting dateert terug van ongeveer 32.000 jaar geleden. Er zijn Skeletal, microlithen, bot, cherts en voedsel restanten gevonden in de lokale grotten. Bewijs van prehistorische dieren heeft men vastgesteld dat er nijlpaard, neushoorn, leeuw en drie soorten olifanten in het gebied leefden.
Kitulgala is een kleine stad in het westen van Sri Lanka. Het is in het regenwoud van vochtige zone, die elk jaar twee moessons krijgt, en is een van de natste plaatsen in het land. Niettemin, komt het tot leven in de eerste drie maanden van het jaar, vooral in februari, de droogste maand. De winnende Academy Award The Bridge on the River Kwai werd gefilmd op de Kelani-rivier in de buurt van Kitulgala, hoewel er nu niets meer overblijft behalve de concrete basis voor de brug (en, vermoedelijk,op het einde de climax van de verzonken trein en auto's die in de rivier zijn gestort). Kitulgala is ook een uitvalsbasis voor wildwater rafting, die een paar kilometer stroomopwaarts begint.

Theeplantages

Sri Lanka is 's werelds vierde grootste producent van thee. Het land heeft maar liefst meer dan 188.0000 hectare aan theeplantages. Uit Nuwara Eliya komt de beste thee van Sri Lanka. U kunt er door de theeplantages lopen en zien hoe de pluksters de theebladeren verzamelen in grote manden op hun rug. Onder het genot van een kopje thee kunt u genieten van een prachtig uitzicht op de de glooiende groene heuvels.

In het midden in Sri Lanka bevinden zich de theeplantages. Hier wonen ook de theeplukkers in kleine donkere en kille huisjes. Het landschap is schitterend omdat het heel groen is. Het is een gebied waar het vaak regent. Op deze foto is veel te zien: de huisjes met daken waar stenen op liggen omdat de daken heel gammel zijn. De trap naar het volgende heuvel. De was die ophangt. Mensen. De verschillende soorten beplanting en vooral de prachtige vormen van de theeplanten en struiken. Kortom, een foto om tot je door te laten dringen en waar ik wel een puzzel van zou willen hebben.

Verwerking van thee

Theeplant

De theeplant (Camellia sinensis) is een plant die van oorsprong voorkomt in Zuidoost-Azië. De jonge scheuten van deze plant worden gebruikt om thee te produceren. Sinensis is Latijn voor Chinees. Tegenwoordig wordt thee over de gehele wereld in tropische en subtropische gebieden geteeld. Van deze plant worden witte thee, groene thee, oolong en zwarte thee gemaakt.

De theeplant is een groenblijvende struik of kleine boom die zo'n 17 m hoog kan worden, maar meestal tot onder de twee meter wordt gesnoeid als het voor de bladeren wordt geteeld. De plant heeft een sterke penwortel. De bloemen zijn geel-wit met een diameter van zo'n 2,5-4 cm met 7 of 8 bloemblaadjes.
De zaden van de theeplant kunnen fijngemalen worden voor thee-olie, een zoete olie voor kookdoeleinden die niet verward moet worden met theeboomolie, een etherische olie die gebruikt wordt voor medische en cosmetische doeleinden en gemaakt wordt van de bladeren van een andere plant (Manuka (Leptospermum scoparium)).
Theeplant, met een dwarsdoorsnede van de bloem en de zaden
De bladeren zijn 4-15 cm lang en 2-5 cm breed.

Samenstelling blad

Verse jonge theebladeren bevatten op basis van het drogestofgewicht ongeveer 4% cafeïne, 25% polyfenolen, 2% eiwit, 27% ruwe celstof, 4% koolhydraten, 60% pectine en verder etherische olie. De top en het bovenste blad hebben het hoogste gehalte aan cafeïne en polyfenolen. Voor de productie van thee wordt bij voorkeur gebruikgemaakt van jonge lichtgroene bladeren. Deze hebben korte witte haren aan de onderzijde. Oudere bladeren zijn donkerder groen van kleur en leveren door een andere chemische samenstelling weer een andere theesmaak op.
De polyfenolen afkomstig van galluszuur en catechine worden tijdens het rollen en fermenteren enzymatisch omgezet in o-chinonen, die gepolymeriseerd zorgen voor de donkere kleur van thee. Het gehalte aan tannine mag niet te hoog zijn, omdat deze stof de mond doet samentrekken en dus voor een onaangename smaak zorgt. Om dit te neutraliseren kan melk worden toegevoegd.

Productie

De plantages liggen meestal op een berghelling, thee wordt vooral veel verbouwd in China. Hierbij geldt dat hoe hoger de plantage ligt, des te beter de kwaliteit van de thee zal zijn. Als de theeplant twee (bij vegetatieve vermeerdering) of vier (bij generatieve vermeerdering) jaar oud is, kan er voor het eerst worden geoogst. Gewoonlijk worden alleen de top en de eerste twee of drie bladeren van de plant machinaal of met de hand geoogst voor de verwerking tot thee. Handmatig plukken geeft het beste resultaat. Het oogsten wordt elke een tot twee weken herhaald. De oogst kan gedurende het gehele jaar plaatsvinden. De beste kwaliteit wordt echter geplukt in de droge moessontijd.
Theebladen in Zuidoost-Azië werden samengeperst tot theeblokken. Hiervan werd thee gemaakt om te drinken en dit werd ook gebruikt als voedsel en betaalmiddel.
De meest bekende zwarte thee krijgt na de pluk een aantal behandelingen:

- verleppen - de thee wordt uitgespreid en krijgt een dag de tijd om te verleppen.

- rollen - de theebladeren worden gedurende een half uur gerold tussen twee horizontaal draaiende vlakken. Hierbij komen stoffen vrij die voor het oxideren nodig zijn.

- oxideren - in een koele geventileerde ruimte absorberen de theeblaadjes zuurstof. Dit duurt een aantal uren.

- verhitten - de thee wordt verhit tot 80 - 90 °C. De oxidatie stopt en de thee wordt ook ontsmet. Hierna is de thee zwart geworden.

- drogen - na het verhitten wordt de thee volledig gedroogd.

- sorteren - de blaadjes worden gesorteerd op grootte met behulp van verschillende zeven. De betere theesoorten bestaan uit grotere blaadjes. In theezakjes worden vaker theekruimels verwerkt dan in losse thee.

mengen en verpakken - de thee die in de winkel wordt gekocht, is eerst door de handen van theepakkers gegaan, die gespecialiseerde theeproevers in dienst hebben. Bij de theepakkers worden de melanges samengesteld. De belangrijkste reden daarvan is om tot een constante kwaliteit te komen, elk jaar opnieuw. Een melange kan uit vele tientallen soorten bestaan, die samen in een silo tot rust komen om op elkaar te kunnen inwerken.

De groene thee wordt verkregen door de bladeren direct na de oogst te stomen, waardoor de enzymen inactief worden gemaakt en oxidatie uitblijft.
De witte thee wordt verkregen door de bladeren direct na de oogst meestal direct te drogen. Bij de hoogste kwaliteit worden de struiken ook nog beschermd tegen het zonlicht, waardoor een lager chlorofylgehalte van de bladeren wordt verkregen.


terug inhoud